Projectbeschrijving en aanbesteding Impuls Friese boezem; Kosten en effecten van een natuurlijker peilbeheer in relatie tot veiligheid, waterkwaliteit, natuurwaarden en recreatievaart.

In opdracht van Wetterskip Fryslan, in 2009.

Onderzoek naar kansen voor Friese boezem maandag, 2 februari 2009

Wetterskip Fryslân gaat onderzoeken hoe de natuur- en recreatiewaarde van de Friese boezem versterkt kan worden (de boezem is het belangrijke netwerk van meren, kanalen en vaarten). Centraal staat of hogere boezemkaden hieraan kunnen bijdragen. De uitkomsten van het onderzoek zijn rond de zomer bekend.

Door het uitvoeren van het bestaande veiligheidsplan van Wetterskip Fryslân, zouden boezemkaden in de toekomst gemiddeld tien centimeter lager kunnen worden aangelegd. Het waterschap zou daar in de loop van 2009 mee beginnen. Als de kaden niet lager worden aangelegd maar op de oorspronkelijk berekende hoogte blijven, geeft dit in combinatie met het Lauwersmeergemaal mogelijkheden voor meer waterberging en een meer natuurlijk peilverloop (nu heeft de Friese boezem een streefpeil van 52 cm. onder NAP). Hogere waterstanden in de winter en wat lagere in de zomer zijn goed voor de waterkwaliteit en de natuur.

In het onderzoek worden de effecten, kosten en kansen van hogere kaden bekeken voor de waterkwaliteit, voor het vermogen van de boezem om extreem natte of droge periodes op te vangen en voor natuur, recreatie, landbouw en scheepvaart. De veiligheid tegen overstroming is en blijft de belangrijkste voorwaarde.

Er is al veel informatie over de inrichting en het gebruik van de Friese boezem. Deze informatie wordt meegenomen in het nieuwe onderzoek. Rond de zomer zijn de uitkomsten van het onderzoek bekend. Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân besluit half september 2009 over de gewenste hoogte van de boezemkaden. Dit gebeurt in nauw overleg met de provincie Fryslân.

Resultaten
De resultaten vormen geen aanleiding om nu positief te adviseren over invoering van flexibel peilbeheer. Tijdens het onderzoek is wel geconstateerd dat er vanuit de uitvoering van verschillende provinciale beleidsvelden behoefte is aan een inhoudelijke afstemming binnen een brede integrale visie op het boezemgebied.

Secretariaat Schadecommissie die onderzoekt of schade aan gebouwen veroorzaakt is door peilverlagingen

In opdracht van Wetterskip Fryslan, in 2004-2009.

Robbert de Vries was van 2003 tot 2009 secretaris van de Schadecommissie die eerst het toenmalig Wetterskip Boarn en Klif en nu Wetterskip Fryslân adviseert bij schade aan gebouwen. De Schadecommissie onderzoekt onafhankelijk of er een oorzakelijk verband is tussen handelingen van het waterschap (met name peilverlagingen) en schade aan gebouwen (scheuren in muren en verzakkingen). In de genoemde periode zijn meer dan 50 adviezen uitgebracht. Het merendeel van de schades was veroorzaakt door houtrot ten gevolge van droogstand van houten funderingen bij gebouwen in veengebieden. Een ander deel betrof verzakkingen bij ‘op staal’ gefundeerde panden. Voor beide typen fundering is een schademodel ontwikkeld. Bovendien is per schadegeval het verloop van de grondwaterstand gereconstrueerd. Wanneer de grondwaterstand beneden houten funderingsdelen zakt, kunnen die gaan rotten. In de praktijk onderzoekt de Schadecommissie of de grondwaterstand, sinds de bouw van het pand, sneller gedaald is dan een voor die plaats geldende autonome trend. De trend is een gevolg van ontwatering van het veen om de grond bruikbaar en bewoonbaar te maken. Om te voorkomen dat veengrond door maaivelddaling opnieuw verandert in een moeras, moet de grondwaterstand periodiek verlaagd worden. Daar zorgt het waterschap voor door het waterpeil in de sloten geleidelijk aan te passen. Soms wordt het waterpeil meer dan autonoom verlaagd, bij voorbeeld ten behoeve van de landbouw. Dat kan gevolgen hebben voor gebouwen op afstand. Ook andere factoren kunnen leiden tot het dalen van de grondwaterstand. Zo heeft in het gebied van Echten en Oosterzee de invloed meegespeeld van het droogvallen van de Noordoostpolder rond 1942. Wanneer een oorzakelijk verband aangetoond is tussen schade en een handeling van het waterschap, dan adviseert de Schadecommissie over de hoogte van de nadeelcompensatie. Adviezen worden tegelijkertijd uitgebracht aan het bestuur van het waterschap en aan de gebouweigenaar. In het merendeel van de gevallen heeft het bestuur besloten zoals geadviseerd door de Schadecommissie. Zes besluiten zijn voorgelegd aan de bestuursrechter en twee zijn doorgegaan naar de Raad van State. In alle gevallen hebben deze besluiten de rechterlijke toets doorstaan.

Structuurvisie Tiel

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009.

De gemeente Tiel heeft op een aantal beleidsterreinen haar beleid recentelijk vernieuwd. Om het gemaakte beleid integraal te verwerken, is in november 2008 een voorontwerp structuurvisie vastgesteld door de gemeente. Hiermee geeft de gemeente haar visie op het ruimtelijke beleid voor de periode tot 2030. De m.e.r.-plichtige activiteiten die worden opgenomen in de structuurvisie en waarop het plan-MER is gericht zijn:
– uitbreiding van de woonwijk Passewaaij met ca. 2200 woningen;
– de aanleg van een klimaatdijk in Tiel-Oost;
– de aanleg van een westelijke ontsluitingsweg.

Het MER heeft een beperkte rol gespeeld bij de tot standkoming van de structuurvisie, omdat het werd opgesteld toen de ontwerp-structuurvisie al gereed was. De Commissie heeft bij de toetsing van het MER op enkele punten om nadere informatie gevraagd, waaronder op de passende beoordeling. Daarna heeft zij een positief toetsingsadvies uitgebracht. Wanneer er meer bekend is over de inrichting van genoemde activiteiten, kunnen de milieugevolgen specifieker beschreven worden.

Robbert de Vries was vanuit de Commissie betrokken bij de toetsing van het plan-MER en de aanvulling daarop, in het bijzonder ten aanzien van de aspecten water en natuur.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2325

Dijkversterking Wieringermeerdijk – Omgelegde Stonteldijk

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009.

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft het voornemen de Wieringermeerdijk en de Omgelegde Stonteldijk te versterken. Door versterking kunnen de dijken voor de eerstvolgende 50 jaar weer aan de veiligheidsnormen uit de Wet op de waterkeringen voldoen.

Opmerkingen bij de advisering

Advies Richtlijnen

De Commissie heeft een advies voor richtlijnen voor het MER uitgebracht. Daarin beschouwt zij de volgende informatie als essentiële informatie in het milieueffectrapport:

. een ontwerpdoelstelling gebaseerd op de mogelijke randvoorwaarden en omstandigheden in 2065 en een motivering van de keuze voor het ontwerp;
. een beschrijving van de milieueffecten zowel in de realisatiefase als de eindsituatie;
. een meest milieuvriendelijk alternatief gebaseerd op maximale ontwikkeling en versterking van natuur, landschap en cultuurhistorie;
. beschrijving van de effecten op het Natura 2000-gebied IJsselmeer van het voornemen in het algemeen en de aanleg van een vooroeverdam in het bijzonder.

Robbert de Vries adviseerde vanuit de Commissie, met name op het gebied van hydrologie en natuur.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2335

Masterplan Scheveningen-Kust

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009.

Het gemeentebestuur van Den Haag wil een integrale visie ontwikkelen voor de kuststrook van Scheveningen. Hierin moet plaats zijn voor verschillende activiteiten. Ter onderbouwing van de besluitvorming over het Masterplan voor Scheveningen-Kust is een milieueffectrapport (MER) opgesteld. Yvonne van Manen was betrokken bij de advisering.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2326

Dijkverbetering IJsseldijk bij Gouda

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009 en 2014.

Het Hoogheemraadschap van Rijnland wil drie urgente gebieden in de IJsseldijk bij Gouda, tussen Julianasluis en Waaiersluis, versterken omdat de dijk daar niet meer overal voldoet aan de veiligheidseisen. Hiervoor heeft het Hoogheemraadschap het projectplan ‘Verbetering IJsseldijk Gouda’ opgesteld. Voordat de provincie Zuid-Holland een besluit neemt over dit plan zijn de milieueffecten in beeld gebracht in een milieueffectrapport. De Omgevingsdienst Midden-Holland heeft de Commissie m.e.r. gevraagd het milieueffectrapport te toetsen. De Commissie m.e.r. vindt dat het milieueffectrapport de essentiële informatie bevat om een besluit te kunnen nemen over het projectplan. In het rapport is zorgvuldig onderzoek naar verschillende oplossingen voor de dijkverbetering gedaan. De gevolgen voor het milieu zijn goed in beeld gebracht en de ontwerpen voor de drie gebieden zijn zorgvuldig uitgewerkt. Op het Natura 2000-gebied Broekvelden, Vettenbroek en Polder Stein worden geen effecten verwacht. Robbert de Vries was betrokken bij zowel het richtlijnenadvies als bij het toetsingsadvies vanuit zijn kennis van natuur.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2276

Dynamisch Beekdal De Aa

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2008 2009.

Het waterschap Aa en Maas heeft samen met de gemeenten Sing-Michielsgestel en Bernheze en de provincie Noord-Brabant het voornemen om het watersysteem tussen Heeswijk-Dinther en ‘s-Hertogenbosch rondom de Aa te herzien. Hierdoor wordt ruimte gecreerd voor waterberging, natuur- en recreatieontwikkeling. Voor deze plannen dienen de bestemmingsplannen van de gemeenten te worden aangepast.  Ter ondersteuning van de besluitvorming over de herziening van de bestemmingsplannen wordt een milieueffectrapport opgesteld.Robbert de Vries was vanuit de Commissie betrokken bij de advisering over de Richtlijnen en bij de toetsing van het MER.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2156

Kustversterking Katwijk

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009.

De primaire waterkering in Katwijk aan zee voldoet niet aan de geldende veiligheidsnormen. Het Hoogheemraadschap Delfland wil deze daarom versterken. De gemeente Katwijk wil de kustversterking combineren met de aanleg van een parkeergarage. Hiervoor is een wijziging van het bestemmingsplan nodig. Vanwege de mogelijke effecten op Natura 2000-gebieden en vanwege mogelijke kaderstelling voor m.e.r.-(beoordelings-)plichtige activiteiten wordt een plan-MER opgesteld. Voor deze projecten wordt een gecombineerd Plan- en Besluit-MER opgesteld. Omdat het richtlijnenadvies al eerder is uitgebracht, vraagt de gemeente nu om een aanvullend Reikwijdte en Detailniveau advies voor het Plan-MER deel.  Yvonne van Manen was betrokken bij de advisering.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2269

Structuurvisie robuuste ecologische verbindingszone De Beerze

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2008 2009.

De provincie Noord-Brabant heeft samen met de betrokken gemeenten (Bergeijk, Bladel, Boxtel, Eersel, Haaren, Oirschot, Oisterwijk, Sint-Michielsgestel en Vught),  vier reconstructiecommissies (Boven Dommel, Maas & Meierij, Meierij, Beerze-Reusel), Watershap De Dommel, ZLTO en Brabants Landschap, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer het voornemen een structuurvisie robuuste verbinding De Beerze op te stellen. Deze structuurvisie zal de inrichting van de Beerze en de nabije omgeving planologisch vastleggen. Bij deze structuurvisie wordt een plan-milieueffectrapport opgesteld om de effecten van deze herinrichting op het milieu in kaart te brengen. Robbert de Vries was vanuit de Commissie betrokken bij de advisering over Reikwijdte en Detailniveau en bij de toetsing van het MER.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2158

Uiterwaardvergraving Avelingen

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2007-2009.

De gemeente Gorinchem wil de uiterwaard van de Merwede bij het bedrijventerrein Avelingen te Gorinchem vergraven. Door de vergraving krijgt de rivier de Merwede meer ruimte, waardoor een waterstanddaling gecreëerd wordt bij maatgevende hoogwaterstanden. Naast de waterstandsverlaging is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit een doelstelling van deze Ruimte voor de Rivier-maatregel. Het project is door de gemeente ook aangegrepen om nieuwe kaderuimte te ontwikkelen voor de bereikbaarheid van de bedrijven vanaf de waterzijde. Ter onderbouwing van de aanpassing van het bestemmingsplan wordt de m.e.r.-procedure gevolgd. De activiteit wordt ondernomen in het kader van de PKB Ruimte voor de Rivier. Yvonne van Manen was betrokken in de richtlijnenfase en in de toetsingsfase van het MER.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2022

Herinrichting Huissensche Waarden te Lingewaard

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2004 2009.

Basal Toeslagstoffen Maastricht B.V. is voornemens de Huissensche Waarden her in te richten. Er zal zand worden gewonnen als basis voor rivierverruiming, recreatie en natuurontwikkeling. Hiervoor is milieueffectrapportage doorlopen. Robbert de Vries was betrokken bij het advies voor richtlijnen en bij het toetsingsadvies van het MER.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/1461

Hoogwateraanpak ‘s-Hertogenbosch (HoWaBo)

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2007 2009.

De waterschappen Aa en Maas en De Dommel hebben het voornemen om een groot gebied rond ’s-Hertogenbosch in te richten als hoogwaterbergingsgebied. Dit dient grote wateroverlast in en nabij ’s-Hertogenbosch te voorkomen. Door het uitvoeren van de Maaswerken zullen de afvoeren van de Aa en de Dommel vaker samenvallen met die van de Maas dan in het verleden het geval was. Het milieueffectrapport (MER) wordt opgesteld voor de besluitvorming over de bestemmingsplannen van de betrokken gemeenten. De Commissie heeft een positief toetsingadvies uitgebracht over het MER. Het MER geeft op heldere en gestructureerde wijze inzicht in de milieueffecten van de alternatieven en de kansen die deze bieden voor combinatie van waterberging en natuur. Om negatieve gevolgen voor het Natura 2000-gebied “Vlijmens Ven, Moerputten en Bossche Broek” te voorkomen zijn wel maatregelen nodig. Robbert de Vries was betrokken bij de advisering.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/1886

Provinciaal Waterplan en Waterbeheerplannen Noord-Brabant 2010-2015

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009.

De provincie Noord-Brabant en de Brabantse waterschappen werken gezamenlijk aan een nieuw waterhuishoudingsplan respectievelijk 3 waterbeheersplannen. Deze plannen vormen het kader voor het waterbeheer in de provincie Noord-Brabant voor de komende jaren. Voor de plannen wordt één plan-m.e.r. proces doorlopen. Zowel het WHP als de WBP’s zijn mogelijk kaderstellend voor m.e.r.(beoordelings)plichtige activiteiten en/of bevatten activiteiten waarvoor passende beoorcdelingen nodig zijn ten aanzien van Natura 2000. Robbert de Vries was betrokken bij de advisering over Reikwijdte en detailniveau en bij de toetsing van het MER.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2041

Provinciaal Waterplan en waterbeheerplannen Limburg 2010-2015

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009.

De provincie Limburg stelt een nieuw waterhuishoudingsplan op voor de periode 2010-2015. Gelijktijdig stellen de Limburgse waterschappen waterbeheerplannen op voor dezelfde periode. Deze plannen vormen het kader voor het waterbeheer in Limburg in de planperiode. Voor de plannen (WHP en WBP’s) wordt één plan-m.e.r. proces doorlopen. Zowel het WHP als de WBP’s zijn mogelijk kaderstellend voor m.e.r.(beoordelings)plichtige activiteiten en/of bevatten activiteiten waarvoor passende beoordelingen nodig zijn ten aanzien van Natura 2000. Robbert de Vries was betrokken bij de toetsing van het plan-MER.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2202

Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009.

De provincie Gelderland wil een hoogwatergeul aanleggen langs de IJssel tussen Veessen en Wapenveld om de waterstand op de IJssel te verlagen en de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. De maatregel is onderdeel van het Programma Ruimte voor de Rivier. De milieueffecten van de aanleg van de hoogwatergeul zijn voldoende onderzocht. Het MER beschrijft duidelijk het ontwerpproces. Robbert de Vries was betrokken bij het richtlijnenadvies en het toetsingsadvies.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2190

Onderzoek plan-m.e.r.-plicht Beheerplan 2010-2015 vanuit initiatiefnemer

In opdracht van Waterschap Hunze en Aa’s, in 2008.

Waterschap Hunze en Aa’s gaat voor de periode 2010-2015 een nieuw (water)beheerplan opstellen. Een vraag die hierbij opdoemt is of het waterbeheerplan planmer-plichtig is en zo ja, hoe het beste invulling gegeven kan worden aan de milieueffectrapportage. Aan Ingenieursbureau De Overlaat is gevraagd hierover te adviseren. Dit plan van aanpak bevat een stappenplan om niet alleen op efficiënte wijze te voldoen aan de wettelijke verplichtingen, maar zo mogelijk ook de procesgang rond het waterbeheerplan en daaruit voortkomende maatregelen te stroomlijnen. Door de voorgestelde stapsgewijze aanpak zijn tijd en kosten te beheersen.

Kustversterking Zwakke Schakel Duinen Kop van Noord-Holland

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2008.

Provincie Noord-Holland en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier willen de duinen van de Kop van Noord-Holland versterken, waaronder de zwakke schakel Hondsbossche en Pettemer zeewering. Naast kustversterking worden ook maatregelen voorzien om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Voor de goedkeuring van het kustversterkingsplan wordt de m.e.r.-procedure gevolgd. Yvonne van Manen was vanuit haar kennis van natuur betrokken bij het advies voor de richtlijnen.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2108