Gebiedsontwikkeling Oude Willem (Ooststellingwerf/Westerveld)

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2010.

Een stuurgroep voorgezeten door de Provincie Fryslân heeft het voornemen om het hydrologisch systeem van het Drents Friese Wold te herstellen door de landbouwenclave ‘Oude Willem’ om te vormen tot natuur. Een milieueffectrapport moet de planvorming voor de inrichting het gebied ondersteunen. Bevoegd gezag voor deze procedure zijn Gedeputeerde Staten van de provincies Fryslân (coördinatie) en Drenthe.
In haar richtlijnenadvies vraagt de Commissie om de projectdoelen en hun hiërarchie en het beoordelingskader waarmee het doelbereik wordt gemeten, helder te beschrijven. Ook moet duidelijk zijn hoe de alternatieven worden opgebouwd en hoe ze zich verhouden tot de projectdoelen. Tenslotte moet het MER de effecten op de natuur beschrijven in de vorm van een voortoets.
Robbert de Vries was betrokken bij het opstellen van het advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport.


Meer informatie:

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2423

Aardgas+ De Wijk, Drenthe

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2010.

De Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM) heeft het voornemen om door de injectie met stikstof de resterende hoeveelheid aardgas uit het gasveld ‘De Wijk’ te winnen. Dit gasveld ligt tussen Koekange en Echten in de gemeente De Wolden. Voor de productie van de benodigde stikstof wordt een luchtscheidingsinstallatie gerealiseerd. Ook zijn een aantal nieuwe putten en transportleidingen nodig. Voor de realisatie van het voornemen zijn verschillende vergunningen nodig en moet het bestemmingsplan worden gewijzigd. De Commissie adviseerde in haar richtlijnenadvies om in het MER in ieder geval aandacht te besteden aan:

* de verwachte bodemdaling door de verlengde gaswinning en de gevolgen daarvan, voor met name de waterhuishouding;
* de wijze waarop de bodemdaling gemonitord en vergeleken wordt met de criteria hiervoor en, indien van toepassing, op welke wijze ingegrepen kan worden als de bodemdaling ontoelaatbaar dreigt te worden;
* de risico’s van lekkage van stikstof, inclusief de wijze waarop de risico’s worden voorkomen en beheerst;
* de (milieu)effecten van de luchtscheidingsinstallatie (geluid en externe veiligheid) en de landschappelijke inpassing van nieuwe locaties en luchtscheidingsinstallatie.

Bij de toetsing van het MER was de Commissie van oordeel dat de essentiële informatie in het MER aanwezig is om het milieubelang volwaardig mee te wegen in de besluitvorming over de bestemmingsplannen en Omgevingsvergunning. Op basis van het MER constateert de Commissie dat:

* in de huidige situatie maximaal 8 cm bodemdaling is opgetreden;
* bij continuering van de huidige winning tot circa 2020 er maximaal 12 cm bodemdaling optreedt (referentiesituatie);
* de alternatieven ‘stikstofinjectie’ en ‘diepe compressie’ op het aspect bodemdaling niet onderscheidend zijn, voor beide alternatieven voorziet het MER een extra bodemdaling van maximaal 12 cm. Deze alternatieven zijn wel onderscheidend op het aspect ‘energieopbrengst’.

Uit het MER blijkt ook dat de veiligheidsrisco’s zowel van de locaties als van de aardgasleidingen ruimschoots voldoen aan wettelijke grenswaarden (voor het plaatsgebonden risico) en aan oriënterende waarden (voor het groepsrisico).

Robbert de Vries was binnen de Cmer betrokken bij de advisering, met name op de aandachtsvelden bodem, water, natuur en landschap.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2410

Oprichting verwerkingsinstallatie edelmetaalhoudend afval Remondis Argentia te Moerdijk

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2010.

Remondis Argentia B.V. is een bedrijf dat zich bezighoudt met inzameling en verwerking van edelmetaalhoudend (gevaarlijk) afval. Daarbij worden edelmetalen teruggewonnen uit het afval. Remondis Argentia heeft een vestiging in Moerdijk en een vestiging in Amsterdam. Het bedrijf is van plan om de bedrijfsactiviteiten van de vestiging in Amsterdam te verplaatsen naar Moerdijk. Naast de verplaatsing zal ook uitbreiding van de verwerkingscapaciteit plaatsvinden.

Voor het MER had de Commissie de volgende aanbevelingen:

– geef een beschrijving van de activiteiten van Remondis Argentia in een Europese context. Hieruit moet blijken in welke mate Remondis Argentia bijdraagt aan het nuttige hergebruik van materialen;
– beschrijf hoe in het ontwerp van de nieuwe installatie gebruik wordt gemaakt van de van toepassing zijnde IPPC-BREF’s en geef een onderbouwing van de keuzes die gemaakt zijn;
– ontwikkel het meest milieuvriendelijke alternatief (mma) waarbij per productie onderdeel gezocht wordt naar de meest milieuvriendelijke toepassing en een maximaal terugwinrendement van de edelmetalen. Beschouw deze toepassingen tevens in onderlinge samenhang. Ga bij het ontwikkelen van het mma na in hoeverre het wijzigen van acceptatiecriteria en streefwaarden voor restconcentraties mogelijk is;
– beschouw in het MER tevens de afgeleide activiteiten met milieueffecten (transport, laden en lossen, opslag).

Tijdens de toetsing heeft de Commissie kenbaar gemaakt dat in het MER sprake is van enkele tekortkomingen. In een aanvulling op het MER is Remondis Argentia dieper ingegaan op:

– varianten voor de luchtzuivering van de smelt-, film- en gloeiovens;
– de gevolgen van de voorgenomen activiteit op externe veiligheid en luchtkwaliteit;
– het meest milieuvriendelijke alternatief.

De Commissie is van mening dat in het MER en de aanvulling tezamen de essentiële informatie aanwezig is.
Robbert de Vries was betrokken bij de toetsing vanuit het aandachtsveld natuur; het ging daarbij met name om de passende beoordeling op grond van de Natuurbeschermingswet van mogelijke effecten door stikstofdepositie op de Natura 2000-gebieden Hollands Diep en Biesbosch.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/1620

Pot- en containerteeltterrein Hazerswoudsche droogmakerij Rijnwoude

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2010.

Ontwikkeling van een pot- en containerteeltterrein (PCT) ten westen van de kern Boskoop met een bruto-oppervlakte van circa 175 ha. De gemeente Rijnwoude heeft in november 2009 een aanvulling op het oorspronkelijke MER uit 2000 laten maken vanwege de volgende wijzigingen in het plan:
– Circa 32 hectare van het plangebied zal worden ontwikkeld tot een ‘Agro Business Centre’;
– Nieuwe directe ontsluiting op de N455;
– Realisatie van meer waterberging.

De Commissie is van mening dat het MER en de aanvulling tezamen de essentiële informatie voor besluitvorming bevatten. Robbert de Vries was vanuit de Commissie betrokken bij de toetsing van deze aanvulling, met name vanuit de aandachtsvelden water en natuur. Een belangrijk punt bij de advisering was het bepalen en borgen van voldoende gietwater voor de boomteelt in de Hazerswoudsche droogmakerij.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/1050

Wilg-plan Noordrand Midden

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2010.

Het Waterschap Brabantse Delta wil het gebied Noordrand Midden herinrichten. In het gebied liggen natte natuurparels die ook als Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zijn aangewezen. Voor de realisatie van natte natuurparels is een andere invulling van de waterhuishouding nodig. Deze moet robuuster worden zonder dat de landbouw overlast door vernatting ondervindt.

Richtlijnenfase
De Commissie beschouwt de onderstaande punten als essentiële informatie in het milieueffectrapport

– een integrale landschapsecologische systeemanalyse waarin cultuurhistorie, de ontwikkeling van het landschap en hydrologie zijn meegenomen;
– een realistische inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden voor natuur en landschap;
– een specificatie van de doelen die ten grondslag liggen aan de alternatieven en in welke mate deze doelen bereikt worden.

Robbert de Vries was vanuit de Cmer betrokken bij het richtlijnenadvies. Hij adviseerde met name over landinrichting, bodem, water en natuur.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2429

Health en Wellness Werfhout, gemeente Montferland

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2010.

Werfhout VOF i.o. heeft het voornemen om een recreatie- en gezondheidspark te ontwikkelen nabij de zandwinlocatie bij Didam. Er zullen o.a. 250 recreatiewoningen en gezondheidsgerelateerde functies worden ontwikkeld. Het park zal naar verwachting een omvang hebben van 50 hectare.

Yvonne van Manen was vanuit de Commissie voor de m.e.r. betrokken bij het richtlijnenadvies, met name vanuit hydrologie en ecologie.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2434

Gebiedsontwikkeling Norgerbrug

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2010.

De gemeenten Assen en Midden-Drenthe en de provincie Drenthe hebben het voornemen om het plangebied Norgerbrug te ontwikkelen. De ontwikkeling behelst de uitbreiding van de woonwijk Kloosterveen, de aanpassing van de provinciale wegen N371 en N373, de opwaardering van de buurtschap Norgerbrug en het bijdragen aan de ecologische verbindingszone Fochteloërveen-Witterveld.
Ter ondersteuning van de besluitvorming over het bestemmingsplan wordt een milieueffectrapport opgesteld. De gemeenteraden van de gemeenten Assen en Midden-Drenthe zijn bevoegd gezag in deze procedure.

Robbert de Vries leverde inbreng in het advies over reikwijdte en detailniveau, met name vanuit de invalshoeken natuur, bodem en planologie. In haar advies vraagt de Commissie om de verkeersproblematiek in het studiegebied te analyseren, te onderbouwen in hoeverre de alternatieven dit probleem oplossen en de gevolgen te beschrijven die ze hebben voor het woon- en leefmilieu. Daarnaast vraagt de Commissie om aandacht te besteden aan de landschappelijke inpassing van de wegen en de woonbebouwing, aan de mogelijk significant negatieve gevolgen voor de Natura 2000-gebieden Fochteloërveen en Witterveld en aan de kansen voor natuurontwikkeling.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2449

Projectbeschrijving en aanbesteding Impuls Friese boezem; Kosten en effecten van een natuurlijker peilbeheer in relatie tot veiligheid, waterkwaliteit, natuurwaarden en recreatievaart.

In opdracht van Wetterskip Fryslan, in 2009.

Onderzoek naar kansen voor Friese boezem maandag, 2 februari 2009

Wetterskip Fryslân gaat onderzoeken hoe de natuur- en recreatiewaarde van de Friese boezem versterkt kan worden (de boezem is het belangrijke netwerk van meren, kanalen en vaarten). Centraal staat of hogere boezemkaden hieraan kunnen bijdragen. De uitkomsten van het onderzoek zijn rond de zomer bekend.

Door het uitvoeren van het bestaande veiligheidsplan van Wetterskip Fryslân, zouden boezemkaden in de toekomst gemiddeld tien centimeter lager kunnen worden aangelegd. Het waterschap zou daar in de loop van 2009 mee beginnen. Als de kaden niet lager worden aangelegd maar op de oorspronkelijk berekende hoogte blijven, geeft dit in combinatie met het Lauwersmeergemaal mogelijkheden voor meer waterberging en een meer natuurlijk peilverloop (nu heeft de Friese boezem een streefpeil van 52 cm. onder NAP). Hogere waterstanden in de winter en wat lagere in de zomer zijn goed voor de waterkwaliteit en de natuur.

In het onderzoek worden de effecten, kosten en kansen van hogere kaden bekeken voor de waterkwaliteit, voor het vermogen van de boezem om extreem natte of droge periodes op te vangen en voor natuur, recreatie, landbouw en scheepvaart. De veiligheid tegen overstroming is en blijft de belangrijkste voorwaarde.

Er is al veel informatie over de inrichting en het gebruik van de Friese boezem. Deze informatie wordt meegenomen in het nieuwe onderzoek. Rond de zomer zijn de uitkomsten van het onderzoek bekend. Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân besluit half september 2009 over de gewenste hoogte van de boezemkaden. Dit gebeurt in nauw overleg met de provincie Fryslân.

Resultaten
De resultaten vormen geen aanleiding om nu positief te adviseren over invoering van flexibel peilbeheer. Tijdens het onderzoek is wel geconstateerd dat er vanuit de uitvoering van verschillende provinciale beleidsvelden behoefte is aan een inhoudelijke afstemming binnen een brede integrale visie op het boezemgebied.

Secretariaat Schadecommissie die onderzoekt of schade aan gebouwen veroorzaakt is door peilverlagingen

In opdracht van Wetterskip Fryslan, in 2004-2009.

Robbert de Vries was van 2003 tot 2009 secretaris van de Schadecommissie die eerst het toenmalig Wetterskip Boarn en Klif en nu Wetterskip Fryslân adviseert bij schade aan gebouwen. De Schadecommissie onderzoekt onafhankelijk of er een oorzakelijk verband is tussen handelingen van het waterschap (met name peilverlagingen) en schade aan gebouwen (scheuren in muren en verzakkingen). In de genoemde periode zijn meer dan 50 adviezen uitgebracht. Het merendeel van de schades was veroorzaakt door houtrot ten gevolge van droogstand van houten funderingen bij gebouwen in veengebieden. Een ander deel betrof verzakkingen bij ‘op staal’ gefundeerde panden. Voor beide typen fundering is een schademodel ontwikkeld. Bovendien is per schadegeval het verloop van de grondwaterstand gereconstrueerd. Wanneer de grondwaterstand beneden houten funderingsdelen zakt, kunnen die gaan rotten. In de praktijk onderzoekt de Schadecommissie of de grondwaterstand, sinds de bouw van het pand, sneller gedaald is dan een voor die plaats geldende autonome trend. De trend is een gevolg van ontwatering van het veen om de grond bruikbaar en bewoonbaar te maken. Om te voorkomen dat veengrond door maaivelddaling opnieuw verandert in een moeras, moet de grondwaterstand periodiek verlaagd worden. Daar zorgt het waterschap voor door het waterpeil in de sloten geleidelijk aan te passen. Soms wordt het waterpeil meer dan autonoom verlaagd, bij voorbeeld ten behoeve van de landbouw. Dat kan gevolgen hebben voor gebouwen op afstand. Ook andere factoren kunnen leiden tot het dalen van de grondwaterstand. Zo heeft in het gebied van Echten en Oosterzee de invloed meegespeeld van het droogvallen van de Noordoostpolder rond 1942. Wanneer een oorzakelijk verband aangetoond is tussen schade en een handeling van het waterschap, dan adviseert de Schadecommissie over de hoogte van de nadeelcompensatie. Adviezen worden tegelijkertijd uitgebracht aan het bestuur van het waterschap en aan de gebouweigenaar. In het merendeel van de gevallen heeft het bestuur besloten zoals geadviseerd door de Schadecommissie. Zes besluiten zijn voorgelegd aan de bestuursrechter en twee zijn doorgegaan naar de Raad van State. In alle gevallen hebben deze besluiten de rechterlijke toets doorstaan.

Natuureffecten van de milieueffectanalyse en natuurtoets Rijksbesluiten Amsterdam-Almere-Markermeer (RAAM); Het ging om de effecten van uitbreiding van Almere in het IJmeer, een spoorverbinding tussen Almere en Amsterdam, verbreding van snelwegen en het versterken van de ecologische structuur van het Markermeer en IJmeer.

In opdracht van Rijkswaterstaat; gewerkt is binnen consortium met CE-Delft en Oranjewoud, in 2009.

persbericht_RAAM

Structuurvisie Tiel

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009.

De gemeente Tiel heeft op een aantal beleidsterreinen haar beleid recentelijk vernieuwd. Om het gemaakte beleid integraal te verwerken, is in november 2008 een voorontwerp structuurvisie vastgesteld door de gemeente. Hiermee geeft de gemeente haar visie op het ruimtelijke beleid voor de periode tot 2030. De m.e.r.-plichtige activiteiten die worden opgenomen in de structuurvisie en waarop het plan-MER is gericht zijn:
– uitbreiding van de woonwijk Passewaaij met ca. 2200 woningen;
– de aanleg van een klimaatdijk in Tiel-Oost;
– de aanleg van een westelijke ontsluitingsweg.

Het MER heeft een beperkte rol gespeeld bij de tot standkoming van de structuurvisie, omdat het werd opgesteld toen de ontwerp-structuurvisie al gereed was. De Commissie heeft bij de toetsing van het MER op enkele punten om nadere informatie gevraagd, waaronder op de passende beoordeling. Daarna heeft zij een positief toetsingsadvies uitgebracht. Wanneer er meer bekend is over de inrichting van genoemde activiteiten, kunnen de milieugevolgen specifieker beschreven worden.

Robbert de Vries was vanuit de Commissie betrokken bij de toetsing van het plan-MER en de aanvulling daarop, in het bijzonder ten aanzien van de aspecten water en natuur.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2325

Dijkversterking Wieringermeerdijk – Omgelegde Stonteldijk

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009.

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft het voornemen de Wieringermeerdijk en de Omgelegde Stonteldijk te versterken. Door versterking kunnen de dijken voor de eerstvolgende 50 jaar weer aan de veiligheidsnormen uit de Wet op de waterkeringen voldoen.

Opmerkingen bij de advisering

Advies Richtlijnen

De Commissie heeft een advies voor richtlijnen voor het MER uitgebracht. Daarin beschouwt zij de volgende informatie als essentiële informatie in het milieueffectrapport:

. een ontwerpdoelstelling gebaseerd op de mogelijke randvoorwaarden en omstandigheden in 2065 en een motivering van de keuze voor het ontwerp;
. een beschrijving van de milieueffecten zowel in de realisatiefase als de eindsituatie;
. een meest milieuvriendelijk alternatief gebaseerd op maximale ontwikkeling en versterking van natuur, landschap en cultuurhistorie;
. beschrijving van de effecten op het Natura 2000-gebied IJsselmeer van het voornemen in het algemeen en de aanleg van een vooroeverdam in het bijzonder.

Robbert de Vries adviseerde vanuit de Commissie, met name op het gebied van hydrologie en natuur.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2335

Woningbouw De Volgerlanden-Oost te Hendrik-Ido-Ambacht

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009.

De gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht hebben het voornemen om in het gebied de Volgerlanden tussen Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht 4.000 á 5.000 woningen met bijbehorende voorzieningen te bouwen. Het plan wordt gefaseerd gerealiseerd. Voor het oostelijke gedeelte van de woonwijk is in 2009 een geactualiseerd MER opgesteld. Bij het plan is een MER opgesteld. De Commissie concludeerde in haar toetsingsadvies dat het MER met de aanvulling voldoende informatie bood voor de besluitvorming. Ook het geactualiseerde MER voor de Volgerlanden-Oost biedt voldoende informatie voor de besluitvorming.

Het MER maakt aannemelijk dat de ontwikkelingen in de Volgerlanden-Oost mogelijk zijn binnen de aanwezige milieuruimte. De gemeente kondigt in het voorontwerpbestemmingsplan aan het toekomstige woon- en leefklimaat te verbeteren. De Commissie adviseert de in het MER en voorontwerp bestemmingsplan aangekondigde maatregelen om een gunstiger woon- en leefklimaat te bereiken (op het gebied van industrielawaai, geur- en stofoverlast), op een goede manier in het bestemmingsplan of op andere wijze zeker te stellen.

Het stedenbouwkundig plan houdt nog geen rekening met de laatste inzichten op het gebied van klimaatverandering. Ook worden doelstellingen van de gemeente afkomstig uit ‘de verkenning klimaatbeleid in de Drechtsteden’ (nog) niet behaald. De Commissie ziet mogelijkheden om in het ontwerp alsnog ruimte te maken voor adaptatie en mitigatie in het kader van klimaatverandering.

Robbert de Vries adviseerde vanuit de Commissie met name op het terrein van hydrologie en natuur.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/840

Logistiek Park Moerdijk

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009.

In de interimstructuurvisie gaf de provincie Noord-Brabant aan een logistiek park van maximaal 150 hectare te willen realiseren in de oksel van de A16 en A17 bij Moerdijk, genaamd Logistiek Park Moerdijk (LPM) met een interne baan naar het bestaande Industrieterrein Moerdijk. De provincie wil het Logistiek Park via een provinciaal inpassingsplan bestemmen als bedrijventerrein. De milieugevolgen hiervan zijn in een milieueffectrapport onderzocht.Robbert de Vries was betrokken bij de advisering over het MER.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2328

Masterplan Scheveningen-Kust

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009.

Het gemeentebestuur van Den Haag wil een integrale visie ontwikkelen voor de kuststrook van Scheveningen. Hierin moet plaats zijn voor verschillende activiteiten. Ter onderbouwing van de besluitvorming over het Masterplan voor Scheveningen-Kust is een milieueffectrapport (MER) opgesteld. Yvonne van Manen was betrokken bij de advisering.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2326

Evenemententerrein Ellerveld te Dronten

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2008 2009.

SBA Projectontwikkeling B.V. en Stichting NET zijn voornemens een evenemententerrein, een ecologische verbindingszone en recreatiewoningen te realiseren bij Biddinghuizen in de Oostrand van Flevoland.Hiervoor is milieueffectrapportage doorlopen. Yvonne van Manen was betrokken bij de advisering door de Commissie, met name vanuit haar expertise op natuur.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2157