Evaluatie 2000-2004 en voorzet Actualisatie 2004-2006 van het Waterbeheersplan van de waterschappen in Hollands Noorderkwartier (WBP2)

In opdracht van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, in 2004.

De Noord-Hollandse waterschappen hebben vooruitlopend op hun fusie een gezamenlijk Waterbeheersplan 2000-2004-2010 (WBP2) opgesteld. Na een voortgangsrapportage van alle acties die het bevat in 2002 heeft Ingenieursbureau De Overlaat de periode 2000-2004 geëvalueerd en op basis daarvan een voorzet gedaan voor de jaren 2004-2006.

Reconstructie Salland-Twente

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2002 2004.

Het provinciale bestuur van Overijssel wil een Reconstructieplan vaststellen voor de gebieden Salland en Twente. Het totale reconstructiegebied Salland-Twente heeft een oppervlakte van circa 204.000 ha, waarvan circa 143.000 ha cultuurgrond, circa 26.000 ha stedelijk gebied, infrastructuur en recreatieterreinen en circa 35.000 ha bos, natuur en water. Het plan heeft ten doel om structurele problemen in het landelijk gebied met een hoge veedichtheid duurzaam en integraal op te lossen. Deze problemen komen voort uit de interactie tussen agrarische bedrijvigheid, waterhuishouding, leefbaarheid, recreatie, natuurbescherming en landschap.

De Commissie heeft beoordeeld dat het MER voldoende informatie bevat om het milieubelang bij de besluitvorming mee te wegen. Zij heeft wel aanbevolen om bij de besluitvorming de keuze van het voorkeursalternatief goed te onderbouwen, duidelijk te maken welke robuuste ecologische verbindingen precies mogelijk gemaakt worden en de consequenties van de zonering voor pluimveehouderijen en kalvermesterijen inzichtelijk te maken. Daarnaast heeft zij een aantal aanbevelingen gedaan voor de planuitwerkingsfase en de monitoring, bijvoorbeeld om aandacht te besteden aan de werkelijke realisatie van de reconstructiedoelen ten aanzien van milieu, leefbaarheid, recreatie, veterinaire veiligheid en agrarische bedrijvigheid.  Robbert de Vries was betrokken bij de advisering over de richtlijnen en bij de toetsing van het MER.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/1268

Landinrichting Deurnsche Peel / Mariapeel

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2000 2004.

De landinrichting is bedoeld voor een gebied op de grens van Limburg en Noord-Brabant. Het gaat om het noordelijk deel van de Peelvenen, het gebied in en rond de Deurnsche Peel en de Mariapeel met een oppervlakte van circa 6.000 ha. De plannen betreffen de ontwikkeling van natuur en bos op huidige landbouwgronden ter grootte van 1.178 ha in combinatie met de ontwikkelingsmogelijkheden voor recreatie. De Commissie adviseerde om in het MER duidelijk te maken welke natuurdoeltypen op welke plaatsen worden nagestreefd en welke abiotische voorwaarden hiertoe moeten worden gerealiseerd. Tevens dient aangegeven te worden of behoud/versterking van cultuurhistorische waarden, naast natuur, onderdeel uitmaakt van de hoofddoelstelling. Ook overige milieudoelen en de doelen voor recreatie, landbouw, landschap, cultuurhistorie en leefbaarheid moeten zoveel mogelijk vertaald in concrete toetsingscriteria in het MER beschreven worden, met aandacht voor de samenhang tussen (conflicterende) doelen. Het mma zou uit moeten gaan van het zo snel en zeker mogelijk realiseren van hoogveen in het centrale deel gecombineerd met behoud of versterking van cultuurhistorische waarden. Dit vereist een optimalisatieslag. Robbert de Vries was betrokken bij de toetsing van het MER.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/1107

Woningbouw Drentse Horn te Stadskanaal en Borger-Odoorn

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2003.

Ontwikkeling van een woonwijk in het gebied Drentse Horn in de gemeenten Stadskanaal en Borger-Odoorn. Het plangebied van ongeveer 220 ha is voornamelijk gelegen op het grondgebied van Borger-Odoorn, ten noorden van de kern Nieuw-Buinen en grenst voor een groot deel aan de kern van Stadskanaal. In het gebied zullen in de bestemmingsplanperiode van 2005 tot en met 2015 ongeveer 1.000 woningen worden gerealiseerd. Daarnaast bevat het bestemmingsplan een doorkijk tot 2025 waarin nog ongeveer 500 woningen worden gebouwd. Naast de woningbouw willen de gemeenten de vestiging van kleinschalige bedrijven in de dienstverlenende sfeer mogelijk maken.

In het richtlijnenadvies heeft de Commissie drie hoofdpunten aangemerkt. In verband met de onzekerheden in de behoefteraming is het noodzakelijk om in het MER mogelijkheden voor een flexibele planfasering in beeld te brengen en in de alternatievenvergelijking mee te nemen. In de tweede plaats moet het MER inzicht bieden in de verkeersafwikkeling op het bestaande wegennet en de benodigde aanpassingen. De mogelijke alternatieven voor de toekomstige ontsluiting en de verkeersstructuur en de effecten hiervan op de verkeersbelastingen en indirect op het milieu dienen beschreven te worden. Ten slotte moet ten behoeve van de ontwikkeling van het meest milieuvriendelijke alternatief inrichtingsmogelijkheden onderzocht worden die natuurwaarden en waterkwaliteit maximaliseren. Ook moeten mogelijkheden voor het vasthouden en bergen van regenwater in beschouwing genomen worden. Robbert de Vries was betrokken bij het richtlijnenadvies.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/1386

https://www.dvhn.nl/groningen/Stadskanaal-zet-streep-door-nieuwe-%E2%80%98Drentse%E2%80%99-woonwijk-21308983.html?harvest_referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Regionaal Structuurplan Utrecht 2005-2015

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2003.

Locaties voor woningbouw en de omvang ervan;  bedrijven- en kantorenlocaties; infrastructuur; recreatievoorzieningen, detailhandel en maatschappelijke voorzieningen; water- en groengebieden.

Het Regionaal Structuurplan 2005-2015 richt zich met name op de opgave voor wonen en werken. Een verstedelijkingsvisie zal nog worden uitgewerkt door het Bestuur Regio Utrecht (BRU). Er is nog niet duidelijk welke concrete beleidsbeslissingen zullen worden genomen en door welke bestuursinstantie. Milieueffectrapportage is toegepast in een tijdig strategisch stadium van planvorming. Het richtlijnenadvies richt zich op een strategisch MER met strategische alternatieven, dat ook uitspraken doet over concrete (sets van) locaties. Lopende het m.e.r.-traject heeft het BRU geconcludeerd dat SMB i.p.v. m.e.r. doorlopen zou moeten worden. De richtlijnen voor het MER worden daarbij gevolgd. De Commissie is niet verzocht om de SMB te beoordelen. Robbert de Vries was betrokken bij de advisering over de richtlijnen.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/1365

Recreatieplas ’t Waal te Houten

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2002-2003.

Het Recreatieschap Stichtse Groenlanden heeft het voornemen een recreatieplas aan te leggen in een uiterwaard aan de noordoever van de rivier de Lek in de gemeente Houten en dit te combineren met zandwinning. Er zal ca. 1,9 miljoen ton industriezand en 1,4 miljoen m3 ophoogzand gewonnen worden. De oevers van de plas worden ingericht voor recreatief gebruik en natuurontwikkeling. Hiervoor is milieueffectrapportage doorlopen. Robbert de Vries was betrokken bij het richtlijnenadvies en bij de toetsing van het MER.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/1253

Glastuinbouwontwikkeling Het Rundedal te Klazienaveen

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2003.

De gemeente Emmen heeft het voornemen om onder de naam Het Rundedal nabij Barger-Compascuum en het bestaande glastuinbouwgebied Klazienaveen een nieuwe hoogwaardige glastuinbouwlocatie met een totale omvang van circa 265 hectare te ontwikkelen. Hiervan is circa 160 hectare bedoeld voor de realisatie van uitgeefbare kavels. Daarnaast stelt de gemeente Emmen zich ten doel om in dit gebied een ecologische zone te ontwikkelen en de glastuinbouw en de ecologische zone op een verantwoorde wijze landschappelijk in te passen. Bij de ontwikkeling van de glastuinbouwlocatie wordt de duurzame ontwikkeling centraal gesteld.  Robbert de Vries was betrokken bij de toetsing van het MER.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/1060

Voortgangsrapport over de jaren 2000-2002 van het Waterbeheersplan van de waterschappen in Hollands Noorderkwartier 2000-2004-2010 (WBP2)

In opdracht van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, in 2002.

De Noord-Hollandse waterschappen hebben vooruitlopend op hun fusie een gezamenlijk Waterbeheersplan 2000-2004-2010 (WBP2) opgesteld. Dit bevat een groot aantal acties. De afzonderlijke waterschappen hebben voor deze acties, elk voor hun beheergebied, een verschillende uitwerking geformuleerd met ook een verschillend ambitieniveau. Door Ingenieursbureau De Overlaat is met behulp van interviews de voortgang nagegaan van deze acties en welke onderdelen bijsturing behoeven. Na de fusie is het nodig WBP2 te actualiseren.

Landinrichting De Leijen (N-Br.)

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2001 2002.

Het plan presenteert een gemeenschappelijke visie voor de herinrichting van het gebied globaal gelegen tussen Tilburg, Vught, natuurgebied Loonsche en Drunensche Duinen en natuurgebied de Kampina. Het plan wordt beschouwd als een bouwsteen voor het regionale reconstructieplan De Meierij. De Commissie constateert in haar advies dat het MER en de daarop volgende twee aanvullingen onvoldoende informatie bieden om een definitief besluit te kunnen nemen over te realiseren natuurdoeltypen en daarbij behorende maatregelen als gevolg van het ontbreken van een gebiedsdekkende ecohydrologische systeemanalyse. Wanneer het Raamplan ruimte laat om bij de verdere uitwerking zo nodig natuurdoeltypen en maatregelen aan te kunnen passen, kan de nog benodigde informatie ook beschikbaar komen in het kader van de m.e.r. procedure voor de reconstructie Meierij. Robbert de Vries was betrokken bij de toetsing van het MER.

https://www.commissiemer.nl/adviezen/977