Ring Utrecht

In opdracht van Commissie m.e.r., in 2009-2011.

Verbeteren van de doorstroming van verkeer in de provincie Utrecht, waarbij de nadruk ligt op het oplossen van de knelpunten op het wegennet rondom Utrecht. Yvonne van Manen was betrokken bij de advisering over de m.e.r.

De Commissie adviseerde in haar richtlijnenadvies om in het MER:
* een verkeerskundige probleemanalyse uit te werken en daaruit een integrale bereikbaarheidsdoelstelling af te leiden;
* de omgevingsdoelen voor ruimtelijke kwaliteit verder uit te werken; in een gebiedsgewijze benadering de (ruimtelijke) belangen en kansen tegen elkaar af te wegen;
* de systematiek van de Zevensprong van Verdaas te hanteren;
* op basis van de hoofdalternatieven één of meerdere voorkeursalternatieven en een meest milieuvriendelijk alternatief samen te stellen;
* aan te geven waar kansen, belemmeringen en beperkingen liggen voor de realisatie van omgevingsdoelen en de inpassing van infrastructuur.

De Commissie heeft het MER 1e fase getoetst en concludeert dat voldoende informatie aanwezig is om een besluit te kunnen nemen over een voorkeursalternatief. Het MER vormt een goede basis voor het vervolgproces van de tweede fase. Het proces van trechtering van alternatieven is inzichtelijk beschreven. De verkeerskundige onderbouwing van de probleemanalyse en de alternatieven is consistent uitgewerkt. Belangrijke conclusies uit het MER zijn:
* in fase 1a valt het alternatief ‘Spreiden’ in de vorm van een extra regionale ringweg af;
* de alternatieven OV+++ en KvU scoren positief op de omgevingsdoelstelling door lagere verkeersintensiteiten. Deze alternatieven worden in fase 1c niet verder uitgewerkt, omdat ze niet voldoen aan de NoMo-streefwaarden;
* de relatief zware invulling van prijsbeleid in het alternatief KvU leidt tot een aanzienlijke afname van het autoverkeer (en de filezwaarte) op het HWN;
* indien er geen op maat gesneden maatregelen aan de weginfrastructuur ter plekke worden getroffen, blijft de A27 Utrecht-Noord – Lunetten in de spits een probleemtraject;
* de wegalternatieven voldoen zonder uitvoering van mitigerende maatregelen niet aan de omgevingsdoelstellingen. Het uitwerken van mitigerende maatregelen voor geluid, luchtkwaliteit, gezondheid, externe veiligheid, natuur, landschap, cultuurhistorie en archeologie en recreatie vormt daarom een belangrijk aspect voor de tweede fase van het MER.

De Commissie adviseert bij de keuze voor het voorkeursalternatief aan te geven hoe de omgevingsdoelstelling zich verhoudt tot de bereikbaarheidsdoelstelling. Daarnaast adviseert de Commissie aan te geven op welke wijze maatregelen en varianten die in het trechteringsproces van de eerste fase zijn afgevallen een plaats kunnen krijgen in de tweede fase of in het VERDER-programma. Het gaat daarbij om die maatregelen en varianten die op basis van de informatie uit het MER een positieve bijdrage kunnen leveren aan de bereikbaarheidsopgave van de regio en die een positief effect hebben op de leefomgeving. Indien maatregelen of varianten noodzakelijk zijn om de omgevingsdoelstelling van het project Ring Utrecht te behalen, zullen ze expliciet in de tweede fase moeten worden opgenomen.

Ring Utrecht 2e fase, onderdeel A12/A27

Op basis van de informatie uit de eerste fase is een voorkeursalternatief gekozen. In de tweede fase worden de effecten van het voorkeursalternatief inzichtelijk gemaakt. De Minister van I&M heeft, mede namens de gemeente Utrecht en de provincie Utrecht, de Commissie m.e.r. gevraagd om een advies over reikwijdte en detailniveau van het MER voor de tweede fase.

Voor de tweede fase is het project gesplitst in 2 delen:

* De A12 en A27; hierover moet de Minister van I&M een Tracébesluit nemen;
* De Noordelijke Randweg Utrecht; hiervoor moet de gemeenteraad van Utrecht een bestemmigsplanwijziging vaststellen.

De Commissie beschouwt als hoofdpunten voor beide MER-ren in de 2e fase:

* een beschrijving van de verkeers- en de omgevingsdoelstelling en toetsing van de varianten aan deze doelstellingen in 2030;
* een transparante weergave van het selectieproces van de voorkeursvariant en de afwegingen die daarin worden gemaakt;
* de milieueffecten inclusief de cumulatie van gelijksoortige effecten van verschillende bronnen;
* visualisaties van de kansen en mogelijkheden om de leefomgevingskwaliteit te laten verbeteren;
* een goede samenvatting.

De Commissie gaat in het advies uitvoerig in op het selectieproces van de uiteindelijke variant. Ook adviseert de Commissie voor de A12 / A27 en de Noordring eenzelfde systematiek te volgen. Zo blijft de onderlinge samenhang gewaarborgd.

Meer informatie:

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2505

https://www.commissiemer.nl/adviezen/2506