In opdracht van Staatsbosbeheer Regio Noord, mede namens Vereniging Agrarisch Natuurbeheer en Ganzenopvang Ameland, Wildbeheereenheid Ameland, Rijkswaterstaat, Het Vennoot, Stichting Golfbaan Ameland, Vogelwacht Hollum-Ballum en Vogelwacht Nes-Buren, 2018-2019
Het aantal standganzen (op Ameland broedende ganzen) neemt voortdurend toe, wat leidt tot schade aan de landbouw en negatieve effecten op de natuur. Er is een groot aantal geschikte broedplekken, zowel in de polder en de kwelder als in de duinen. Grazen doen de ganzen op het eiwitrijke gras in de polder. De polder is van 1 november tot 1 juni ten behoeve van trekganzen aangewezen als foerageergebied. Standganzen profiteren daar in deze maanden mee van de daar geldende bescherming van de trekganzen. Na 1 juni mogen de ganzen verjaagd en geschoten worden, maar de mogelijkheden hiervoor zijn, zeker in het toeristenseizoen, beperkt.
Om op het eiland te komen tot een integrale en breed gedragen aanpak om schade door standganzen te verminderen hebben bovengenoemde partijen met elkaar afspraken gemaakt die hebben geleid tot de Aanpak Standganzen. Om de standganzenpopulatie terug te dringen zijn naast voortzetting van de bestaande activiteiten ook nieuwe activiteiten nodig in de polder, in de overgangszone van duinen naar polder en in de duinen. Het betreft het uitbreiden van mogelijkheden voor afschot en het prikken van eieren.
Omdat de nieuwe activiteiten geen ‘bestaand gebruik’ zijn volgens het beheerplan Natura 2000 Duinen Ameland moesten deze getoetst worden aan de Wet Natuurbescherming.
Geconcludeerd is dat als de verschillende activiteiten conform de gemaakte afspraken en gedragsregels worden uitgevoerd de instandhoudingsdoelstellingen en de kwaliteit van de habitats niet verslechteren en dat geen verstoring optreedt van de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Jaarlijks wordt de voortgang van de Aanpak Standganzen geëvalueerd.